Op zoek naar de verloren tijd; Sodom en Gomorra, Marcel Proust

À la recherche du temps perdu (Op zoek naar de verloren tijd) is een roman van Marcel Proust. Het werk is geschreven tussen 1908 en 1922. De romancyclus werd uitgegeven in zeven delen, tussen 1913 en 1927. De laatste drie delen zijn pas uitgegeven na de dood van Proust.

Zijn stijl is erg bijzonder. De lange zinnen en complexe constructies die zijn werk kenmerken doen denken aan de stijl van Saint-Simon, een van de auteurs die Proust het vaakst citeerde. De lezer moet enige moeite doen om de structuur en de eigenlijke betekenis van sommige zinnen te begrijpen. Volgens tijdgenoten was dit ook de manier waarop hij praatte.

Met deze bijzondere stijl geeft Proust aan dat hij de realiteit wil begrijpen in al haar dimensies, volgens alle mogelijke percepties ervan en in alle facetten van het spectrum van de verschillende medespelers. Dit sluit naadloos aan bij een impressionistische benadering: de realiteit heeft slechts betekenis door de werkelijke of ingebeelde waarneming van het onderwerp.

À la recherche du temps perdu wordt thans algemeen beschouwd als een der hoogtepunten uit de Franse en wereldliteratuur. In 1999 eindigde het als tweede in Le Mondes verkiezing van de 100 beste boeken van de eeuw, in 2002 werd het opgenomen in de lijst van belangrijkste boeken uit de wereldliteratuur, samengesteld door de Zweedse Academie.

Hier treffen we ons aan het vierde deel: Sodom en Gomorra.

De ik-figuur, de welgestelde jongeling Marcel,  is rond de 21 als hij vanuit Parijs het zomerseizoen doorbrengt in Balbec, Normandië. Hij is bevriend met Albertine die in de nabijheid logeert.  Ze maken regelmatig uitstapjes per rijtuig. Het is het eerste decennium van de twintigste eeuw.

In de nu volgende passage ontdekt Albertine de geneugten van het automobilisme en merkt dat haar beleving van tijd en ruimte verandert. 

(De eer van de mobilistieke ontdekking van de komende passages ligt geheel bij Peter Peters die in 2003 zijn proefschrift de titel gaf: De haast van Albertine; Reizen in de technologische cultuur; naar een theorie van passages. (De Balie, Amsterdam, 2003)) zie:

klik hier