MOBILISTIEK EN FOUCAULT
Sinds 2006 is er het tijdschrift MOBILITIES voor het bestuderen van Mobiliteit voorbij het gespecialiseerde werk van ingenieurs, economen, sociologen , psychologen en geografen. De vervlechting van Mobiliteit met al deze aspecten tegelijkertijd is hier het uitgangspunt.
Een van manieren om hier toch tot een soort samenbindend raamwerk te komen hebben diverse auteurs gezocht in het werk van de Franse filosoof Michel Foucault (1926-1984).
In deze bijdrage tonen we een reeks artikelen die daarvan getuigen.
Ter inleiding zijn hier eerst twee video-toelichtingen op resp. Mobilities (door mij vertaald als Mobilistiek) en Michel Foucault. Foucault is even wennen , hij voert ons binnen in een heel eigen en in de tijd veranderende denkwereld. (zie hier maar eens een lijst van Foucault begrippen.)
John Urry, What is Mobilities?
Erno Erskens, Inleiding op Foucault
In 2014 verscheen een themanummer van Mobilities: Mobilities and Foucault. Dit werd ook nog een boekuitgave.
Katharina Manderscheid (Luzern), Tim Schwanen (Oxford) en David Tyfield (Lancaster) leiden het themanummer in:
Introduction to Special Issue on 'Mobilities and Foucault'
Waarom Foucault?
"What is more, ‘Foucault’ allows the dispositifs
of mobility – the ensembles of knowledges, scientific truth regimes, technologies
of power, classifications, hierarchies, normative and normative norms and subjectifications
– to be analysed, and his later work on ethics and subjectivation can be used
to place issues of power and governance more systematically at the heart of ongoing
research into mobile lives and individual embodied experiences of im/mobility." (p.484)
Katharina Manderscheid heeft meermaals het Foucault denkgereedschap gebruikt.
Hierbij twee teksten van haar hand.
In het themanummer van Mobilities staat haar bijdrage:
Zij wijst op het belang om mobiliteit in grotere samenhangen (geopolitiek, bestuurlijk, sociaal-economisch) te kunnen zien. Mobiliteitsregimes. Zij leent daarvoor het begrip 'dispositif' van Foucault. (In het Engels vaak 'apparatus'). Heterogene complexen die essentiële maatschappelijke functies vervullen.
“I understand by the term “dispositif” a sort of – shall we say – formation
which has as its major function at a given historical moment that of responding to
an urgent need. The dispositif thus has a dominant strategic function."
"What I’m trying to pick out with this term is, firstly, a thoroughly heterogeneous
ensemble consisting of discourses, institutions, architectural forms, regulatory
decisions, laws, administrative measures, scientific statements, philosophical, moral
and philanthropic propositions – in short, the said as much as the unsaid. Such are
the elements of the apparatus. The dipositif itself is the system of relations that
can be established between these elements." (Foucault) p.4
Zo kan Manderscheid over een 'mobiliteits-dispositif' spreken, met automobiliteit als heersende kern ervan.
"The dispositif concept facilitates traversing and tracing different narratives about automobilities and helps
foregrounding the interweavings of its elements, which comprise discourses and knowledges
about cars, objectified automobile landscapes, practices of movement and transport and the
formation of automobile subjects." p.15
Vervolgens maakt zij gebruik van begrippen uit de 'regulatie school' (zie hier) om vragen te stellen over de toekomstbestendigheid van het huidige mobiliteits-dipositif. Bijvoorbeeld:
"Firstly, especially in Europe, on the discursive level, the formerly undisputed
hegemony of automobility and its association with progress, wealth and freedom has come
under attack not only from environmental activists, but also in connection with the rediscovery
of the city and of urban spaces by affluent social groups. More generally, for the ageing
population as well as for the so called “creative class”, especially the car based life-models in
suburbia have lost its attraction to urban networked lifestyles. In the field of urban planning, these shifts are
reflected in the discussion of less car-based urban developments and alternative “smart” modes
of mobility (. However, besides these exited new discourses,automobile politics continue to run through policy making as well as
transport and spatial planning". p.14
In 2015 publiceert Manderscheid:
Who does the Move?
Affirmation or De-construction of the Solitary Mobile Subject
In M. Endres, K. Manderscheid, & C. Mincke, Eds. The Mobilities Paradigm: Discourses and Ideologies of Mobiities. Aldershot: Ashgate.
Foucault vindt de term 'governmentality' uit. (In het Nederlands wel vertaald als bestuurlijkheid.) (Bijvoorbeeld: Automobiliteit is zowel een dispositif dat bestuurlijk is ingericht als een consumptiegoed voor het vrije individu. Hoe deze twee aspecten op elkaar inwerken is onderwerp van 'governmentality'.)
Manderscheid gebruikt dit als gereedschap voor het bekritiseren en aanvullen van de output van de Mobilities school. De 'mobilist' komt er te vaak als een los individu uit naar voren.
"By drawing mainly on narrative qualitative methods and by focussing mainly on the
micro level of practices and experiences, segments of mobilities research risk implicitly affirming
the mobile rational subject as a dis-embedded solitary figure by abstracting from his/her
dependence on material, infrastructure, social, cultural and historic conditions."
Het gevolg is dat er te weinig helder wordt de 'mobilist' fungeert in een groter verband: "As outlined in the previous section, further elements comprise the hybrid character of moving entities –
consisting of human-technical networks – and their embedding into geographic and infrastructure contexts, into networks of social ties and obligations as well as their position within a historically and culturally specific field of knowledge.
Een uitbreiding van mobilistiek -methoden ziet zij o.a. in 'technografie' en in de multi-level analyse van de transitiekunde. (Een oertekst hierover van Geels en Kemps, met mobiliteit als voorbeeld om de benadering uit te leggen vind je hier
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Een ander kernbegrip van Foucault is Discours (NL: vertoog) .Michel Foucault dacht vooral na over hoe macht in een samenleving functioneert. Hij kwam tot de slotsom dat macht niet zozeer door personen of instanties wordt uitgeoefend als wel door het discours (vertoog). Het discours is het geheel van normen, regels, verhalen, waarin een cultuur zich uitspreekt. Het discours bepaalt het gedrag van de individuen in een samenleving. Het autonome subject van de klassieke filosofie is een illusie, een illusie die substantieel onderdeel is van het discours van de westerse beschaving.
Jennifer Bonham & Peter Cox
University of Adelaide
University of Chester
The Disruptive Traveller? A Foucauldian analysis of cycleways.
Vol 19 No 2 June 2010 Road & Transport Research
Fietspaden zijn niet onomstreden in de mobiliteitsplanning. Nederland ken een heel andere traditie hierover dan het Verenigd Koninkrijk en Australië
Bonham en Cox onderzoeken de discoursen over fietsen, fietsers en fietspaden in de loop van de tijd in het VK en Australië . Zij analyseren historische en eigentijdse teksten van parlement, onderzoek, planning en lobby-en.
"Drawing on the insights of Michel Foucault, we have examined texts on cycleways in the United Kingdom and Australia, historical and contemporary, for the
way in which cyclists are constituted and positioned. The findings are complex. Overall, recent texts produced within the health sciences begin to
normalise cycling, while those produced within the field of transport position cyclists as disruptive or deviant travellers – albeit in different ways and
with different outcomes depending on the broader context. In each case, the cycleway becomes a special space that enables and constrains cycling, while
cycle practices are constituted as slow and disorderly, leisurely, often social and always requiring a ‘quiet’ (both in terms of traffic and noise)
context. We conclude that the cycleway, by removing cyclists from road space, ultimately operates to maintain rather than challenge existing travel
norms. We argue the consequences of this segregation may be profoundly at odds with the potential of cycling as a core component of
sustainable mobility."
Bonham & Cox leggen hun Foucauldiaanse uitgangspunten verder uit:
"We work from the position that what is written is not a more or less accurate reflection of reality but actively constitutes (shapes) that reality
in ways that leave room for contestation. We focus on texts because they are sites in which discourses (bodies of knowledge)
emerge and we are interested in the economic, transport and health discourses through which cyclists are constituted and positioned in relation
to others. These discourses objectivise bodies in specific ways, establish new categories of being (subjectivities), create new techniques of
measurement, produce new norms and relate bodies to each other in different, often competing, ways. "
"From the moment we are born – separated from our mothers, gendered male or female, weighed, measured, named, allocated the special space of a
cot and monitored at regular intervals – we are subjected to and made subjects through myriad practices involving the operation of power and the
production of knowledge. The procedures of inscription which bring individuals into effect and objectivise bodies in specific ways – as healthy or
ill, learned or illiterate, political or passive, law abiding or deviant, mobile or stationary – simultaneously enable the aggregation of those
singular histories into knowledge of populations where norms, the limits to normal, and deviations from the norm are constituted."
-----------------------------------------------------------------------------------------------------------
Karolina Doughty & Lesley Murray
Karolina Doughty (Universiteit Wageningen)
Lesley Murray (University of Brighton)
Discourses of Mobility: Institutions, Everyday lives and Embodiment
in: Mobilities, 11:2, 303-322, 2014
Waar het bij Bonham & Cox ging over fietspaden,werpen Doughty & Murray het net aanzienlijk breder uit.
"Here, we set out some of the key discourses of mobility that dominate Western and, in particular, Anglo-American
societies; interrogating the ways in which they emerge on a macro level, permeate society and embed in the everyday.Whilst appreciating the relationality of ‘micro’
and ‘macro’ levels and the blurred boundary between the two, we also consider the emergence of discourses at the more local level that both challenge and maintain
these more global, powerful and embedded discourses of mobility."
"Dominant discourses of mobility claim scientific truth
as embedded in the powerful academic traditions of engineering and economics.
These dominant discourses mobilise certain ‘regimes of truth’
which establish particular ways of thinking about mobilities that claim to unilaterally
make sense of the world we live in. The ‘framing’ of mobility in policy discourse
refers to the way in which accepted ‘facts’ about travel, transport and communications
only make sense when embedded in a ‘frame or story line that organize them
and give them coherence, selecting certain ones to emphasize and ignoring others’.
Notions of everyday mobilities become framed within a general
‘story’, which espouses some key normative assumptions about mobility in the
twenty-first century in contemporary Western societies. "
Zij onderscheiden bij dominante mobiliteitsvertogen 4 hoofdlijnen.
Technocatisch vertoog. (vervoerseconomie, ingenieurswerk, modelleren, 'predict and provide')
Recht op mobiliteit vertoog. (neoliberaal, de individuele mobilist met zijn autonome keuzen die niet belemmerd mag worden. Thatcher: ‘a man who, beyond the age of 26, finds himself on a bus can count himself as a failure’)
Mobiliteit als risico vertoog. ( mobiliteitsruimten waar 'van alles' kan gebeuren, 'griezelige mobilisten', reizigers, migranten, fietsers)
Duurzame mobiliteitsvertoog. (verantwoordelijkheid, leefbaarheid, emissies, klimaat)
Hoewel zo nu en dan -ook officiële- bechouwingen verschijnen, is er eigenlijk nog niet echt sprake van een 'mobility justice' vertoog.
Na deze analyse van 'officiele'discoursen hebben ze onderzoek gedaan naar de mobiliteitsdiscoursen in het alledaags bestaan. Alle aspecten uit de vier officiele vertogen spelen hie allemaal tegelijkertijd door elkaar heen. Met etnografisch onderzoek is er drie jaar lang om de 6 maanden gesproken met een steekproef van families uit Brighton. daarin is nagegaan hoe in het alledaagse drie 'offiele' waarden worden opgenomen: Moderniteit, vrijheid, moraliteit. Dwars daar doorheen spelen ook de 'al te menselijke' factoren:
"Daily negotiations of like and dislike which in the end come down to emotional and embodied geographies of exertion, riskiness, boredom
and enjoyment are often excluded from institutional discourses and policy responses that cast individuals as agents acting based on rational choice."
Tenslotte twee fragmenten uit de Conclusions:
"Everyday embodied discourses of mobilities have been found to both reinforce larger institutional discourses and
determine everyday cultures of mobility, but also to challenge these discourses."
"The article emphasises that the broader discourses of morality, modernity and freedom can be traced
back to everyday narratives, but that the policy drive towards more sustainable
mobilities is resisted at the micro level of everyday embodied engagements because
it is easily overshadowed by mundane social and material constraints and affordances;
and by bodily dispositions and disabilities. It is the often overlooked and
obscured mundane sensate relationships that people have with mobilities and mobile
spaces that hold the most significance in constituting mobile behaviours."
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Anne Jensen, Aarhus University, Denemarken
Mobility, Space and Power: On the Multiplicities of Seeing Mobility
In: Mobilities · May 2011
Dit artikel begint met een zin die bijna werkt als een 'verboden toegang' bord:
"From Gilles Deleuze we learn that things must become visible to the mind and body
before we can conceive them. Notably, seeing a phenomenon is epistemologically
different from ‘saying’ this phenomenon; seeing entails distinctive ways of perceiving
the phenomenon and making it accessible and as such is constitutive for the becoming
of the phenomenon. "
Wat weet de 'we' als gemiddelde Mobilities-lezer van Gilles Deleuze die kort na de dood van Michel Foucault in 155 pagina's Foucault publiceerde, met daarin zijn Foucault exegese met zijn eigen Deleuze-draai daarin? Is het de moeite waard deze hobbel te nemen om te zien of wat verder geboden wordt?
Wat wordt bedoeld met het onderscheid 'seeing' en 'saying'? Misschien is het begrippenpaar 'beleving' en 'verhaal' een bruikbare benadering.
Voor wie hierin wat dieper wil graven zijn Foucault van Gilles Deleuze en Foucaults' Art of Seeing van John Rajchman te beschikking.
Rajchman:
"Foucault's hypothesis was that there exists a sort of "positive unconscious"
of vision which determines not what is seen, but what can be seen. His idea is that
not all ways of visualizing or rendering visible are possible at once. A period only
lets some things be seen and not others.It "illuminates" some things and so casts
others in the shade. There is much more regularity, much more constraint in
what we can see than we suppose. To see is always to think, since what is seeable is
part of what "structures thought in advance." And conversely to think is always
to see."
Het 'beleven' van mobiliteit verschilt tussen mobilisten, omstanders en bestuurders. 'Multiplicities of seeing'.
Het kennisbelang is dat:
"When we recognise that mobility is seen in multiple ways, our language for talking
about power in mobility is expanded, thus enhancing our ability to understand mobile
lives, politics and cities."
3 Stappen:
-Het beeld van mobiliteit in de 'Mobilities' vakliteratuur
- Bestuurlijkheid en mobiliteit
-Het ervaren van mobiliteit en ruimte
------------------------------------------------------------------------------------------------------
Mark Usher, University of Manchester
In: Mobilities, 9:4, 550-569,2014
In het Frans wordt Verkeer vaak Circulation genoemd. Panta rhei. In onze fysike omgeving zijn talloze stromingen tegelijkkertijd gaande. Lucht, water, mensen, goederen, geld, informatie, microben enz. Dit moet allemaal op een geschikte manier verlopen voor functionerend territorium. Volgens Foucault en Mark Usher is het beheren en beheersen van Ciculaties een kernpunt van Bestuurlijkheid. (Governmentality).
"Fundamentally, this concerns how people, resources,
commodities, money and information are given passage across the physical and
metaphysical boundary of the city or state, how ‘inside’ and ‘outside’ supply, accommodate
and constitute the other and the lengths that government can and should go
to in order to manage these various, reticulated circulations."
Je zou verwachten dat Mark Usher dit zou toepassen op Mobiliteitsmanagement. Maar nee, de casus betreft hier Watermanagement." Drie vormen van macht worden onderscheiden: Souvereine macht, disciplinaire macht en bio-macht. Voor de mobilistiek kan de anayse van de werking van circulatie-machten nuttig denkgereedschap vormen.
"After establishing the critical parameters of the ‘urban problem’ (Foucault 2003,
245), I will consider how the birth of circulation, both urban and anatomical, was
intimately intertwined with the consolidation of sovereign power, and continues to
be intervolved with the workings of the modern state. I will then consider the government
of circulation under the remaining two technologies of power identified by
Foucault, discipline and security, completing his analytical triad. I will draw upon
wider, more contemporary commentary on urban circulation and adding to what is a
largely theoretical affair, an empirical basis will be provided by applying Foucault’s
analytics to water circulation in Singapore. "