THE VERMIN OF THE STREET: the politics of violence and the nomos of automoblity
Robert Braun & Richard Randell (2022) The vermin of the street: the politics of violence and the nomos of automobility, Mobilities, 17:1, 53-68,
Robert Braun, filosoof.
Richard Randell, filosoof
Aansluitend op het vorige artikel 'Roads and Anthropology' vormen ook in dit artikel de wegen de zichtbare harde kern van het nomos van automobilteit. De kern van het betoog is:
De automobiliteitsnomos is een voorbeeld van eenblijvende, permanente mondiale ruimte waarin de uitzonderingstoestand is genormaliseerd. Het is precies het soort paradigmatische ruimte dat door Agamben is geïdentificeerd, een waarin mogelijk 100 miljoen mensen zijn gedood en meer dan een miljard, misschien nog veel meer, zijn ernstig gewond geraakt.De ruimtelijke uitbreiding van automobiliteit heeft geresulteerd in de creatie van een wereldwijde nomos waarbinnen we zijn allemaal gereduceerd tot homo sacer, die niet alleen zij is die kan worden gedood, maar ook zij die gewond kan raken zonder dat er een misdrijf is gepleegd.
De auteurs analyseren de gewelddadigheid van het automobilisme door het alledaagse niet-alledaags te maken en zo zichtbaarder te maken. Ze maken daarbij gebruik van het gereedschap van twee filosofen. Carl Schmitt en Giorgio Agamben.
Van Schmitt lenen ze het begrip nomos.
"Automobiliteit heeft niets minder teweeggebracht en is het gevolg van wat Carl Schmitt ([1942] 2015, 47) een ‘globale ruimtelijke revolutie’ noemde. In The Nomos of the Earth in the International Law of the Jus Publicum Europaeum (hierna Nomos of the Earth genoemd), beschreef Schmitt ([1950] 2006, 70) nomos als 'de directe vorm waarin de politieke en sociale orde van een volk ruimtelijk zichtbaar wordt' [onze nadruk]. Wat we 'de nomos van automobiliteit' of 'automobiliteit nomos' zullen noemen, is zo'n ruimtelijk zichtbare vorm. Het is een wereldwijde nomos in die zin dat niet alleen wegen, maar ook automobiliteit ) een groot deel van de planeet is gaan omhullen door zijn rhizomatische expansie."
Van Giorgio Agamben lenen ze begrippen 'kamp' en 'homo sacer. Een kamp is een omsloten geheel waarin een uitzonderingstoestand geldt en 'homo sacer' is degene die gedood kan worden zonder dat er een moord is gepleegd. Hier het 'ongedierte' uit de titel.